De toestand van water (druk en temperatuur) in een vacuümontgasser kan worden weergegeven in een grafiek van een verwarmingssysteem waarbij de wet van Henry van toepassing is. Vacuumontgassers verwijderen alle gassen uit een systeem, door gasrijk systeemwater op vacuüm te brengen en dit water met een lage concentratie aan gassen terug te voeren in het systeem. In de vacuümontgasser zelf bevindt zich het water met de laagste concentratie opgeloste gassen.
Een voorbeeld van onze SpiroVent Superior S250: een ketel in de kelder werkt op een lage temperatuur (50-30°C), bij een statische hoogte van 10 meter. Volgens het systeem dat in de grafiek wordt weergegeven, is de retourtemperatuur 30°C bij een druk van 2 bar (4); vertrektemperatuur 50°C bij 2 bar (1), ketelwand 60°C (1a). Traditioneel gezien is dit het punt waar gassen vrijkomen.
Na punt 1 stroomt het water op een temperatuur van 50°C en bij een druk van 1 bar in het systeem omhoog (de grafiek gaat omlaag, omdat de druk afneemt) naar de energieverbruiker op de bovenste verdieping, bijvoorbeeld een radiator of vloerverwarming (2). Hier koelt het systeemwater af tot 30°C bij een druk van 1 bar (3). Het water stroomt terug omlaag het gebouw in. De druk neemt toe en het water wordt op een temperatuur van 30°C en bij een druk van 2 bar de ketel terug ingevoerd.
Al deze punten hebben hun eigen maximale concentratie opgeloste gassen. Deze gegevens kunnen we gebruiken om het optimale punt te voorspellen om gassen te verwijderen, met name omdat het punt met de laagste gasconcentratie het punt is waar de meeste vrijgekomen gassen, in de vorm van circulerende lucht of microbellen, aanwezig zijn.
Als we de microbellen hier afscheiden, wordt het hele systeem luchtvrij, omdat dit ervoor zorgt dat de feitelijke gasconcentratie lager wordt gehouden dan de maximale gasconcentratie waar dan ook in het systeem. Het betekent ook dat alle lucht in het systeem door het 'hongerige' water zal worden geabsorbeerd, aangezien het is behandeld om onder de maximale gasconcentratie te blijven.
Met een vacuümontgasser wordt het vrijkomen van gassen gereguleerd, zodat geen gassen ontsnappen uit andere plaatsen in het systeem
Als we weer naar de grafiek van het systeem kijken, zien we een laagst gemeten gasconcentratie van 20,5 Nml/l. Dit vinden we in het hoogste punt van het systeem. Maar een systeem kan meerdere hoge punten hebben; dan wordt het onmogelijk te voorspellen wat nu precies het beste punt is om te ontgassen.
Door bijvoorbeeld een SpiroVent Superior S250 in het retoursysteem van de ketel te integreren (zie de gele stip), wordt er water met een extreem laag gasverzadigingsniveau (6 Nml/l) terug het systeem ingeleid. Door dit water terug het systeem in te voeren, neemt de gasconcentratie in het systeemwater zodanig af dat al het gas, waar dan ook in het systeem, door het water zal worden geabsorbeerd, inclusief luchtzakken boven in radiatoren en in vloerverwarmingen. Met een geïntegreerde SpiroVent Superior is het systeemwater onderverzadigd: de garantie voor een probleemloos werkend systeem.